[Trends en patronen] Omkeringspatronen in grafieken die de continuïteit van de richting proberen te verbergen - Wigpatronen

In de voortdurende stroom van aandelenkoersen en financiële marktinidicatoren duiken regelmatig patronen op die verband houden met driehoeken. In een eerder artikel hebben we het gehad over het convergerende driehoekspatroon (symmetrical triangle).

​

Een ander veelvoorkomend patroon dat lijkt op een driehoek is het ‘wigvormige’ (wedge) patroon, te zien in de onderstaande afbeeldingen. In het Engels ‘wedge’, net als een potato wedge… kent u die?;

​

De band die wordt gevormd door twee trendlijnen vernauwt van binnen naar buiten, vergelijkbaar met een convergerende driehoek. Het verschil is echter dat deze niet horizontaal convergeert, maar zich vormt tijdens een stijgende of dalende trend.

Er zijn stijgende (rising wedge) en dalende (falling wedge) wigvormige patronen. Na voltooiing van dit patroon wordt er vaak een beweging in de ‘tegengestelde’ richting voorspeld.

​

Een stijgend wigvormig patroon voorspelt dus een dalende trendomkering (bear) na voltooiing, terwijl een dalend wigvormig patroon een stijgende trendomkering (bull) voorspelt.

​

Een stijgend wigvormig patroon wordt gekenmerkt door steeds hogere toppen, terwijl het nieuws over de aandelenmarkt positief blijft. Wanneer het patroon voltooid is, is de kans op een scherpe daling groot, wat vaak voorkomt als een ‘bull trap’.

​

Een veelvoorkomende vorm van dit patroon, vaak gezien als een reeks subgolven, is een parallel kanaal. De bovenste trendlijn verbindt de kortetermijntoppen en de onderste trendlijn verbindt de kortetermijnbodems, die min of meer parallel omhoog lopen. Aan het einde van de golf bepaalt de richting van de uitbraak de toekomstige richting. Net als bij het wigvormige patroon is er een grotere kans op een omkering van de trendrichting, hoewel de toekomstige richting na voltooiing van het patroon flexibeler is dan bij het wigvormige patroon.

Laten we nu eens bedenken dat sommige belangrijke marktpartijen een toekomstige verslechtering van de markt of aandelenkoersen verwachten en hun posities verkopen voordat de verwachte parallelle trendlijn bij punt (3) of (5) wordt bereikt.

​

Afhankelijk van de verkoopdruk kunnen de kortetermijntoppen bij punt (3) en (5) in het parallel kanaal lager uitvallen dan verwacht. Zoals in de onderstaande afbeelding.

​

Hierdoor begint het parallel kanaal meer op een stijgend wigvormig patroon te lijken. Ik denk dat dit soort supply-side redenen de vorming van een wigvormig patroon verklaren. Een stijgend wigvormig patroon is dus een typisch patroon dat een toekomstige dalende trendomkering voorspelt. Een dalend wigvormig patroon werkt natuurlijk andersom.

De Elliott-golfvorm a-b-c, ongeacht de richting, duidt op een tijdelijke correctie. Als de hoofdrichtingsgolf (impulsive wave) dalend is, wordt een technische stijging ook als een technische correctie beschouwd.

​

Wanneer de marktrichting duidelijk dalend is of wanneer de stijgende/dalende richting nog niet duidelijk is, zien we vaak een a-b-c golfvorm met een stijgende richting, zoals hieronder.

Een ander veelvoorkomend kenmerk van de a-b-c golfvorm is dat de c-golf vaak uit meerdere subgolven bestaat en daardoor lang wordt.

​

In deze c-golf zien we vaak, zoals in de onderstaande afbeelding, een wigvormig patroon. Soms zien we ook een soortgelijk parallel kanaalpatroon als subgolf.

​

Gezien de inherente neerwaartse potentie van het stijgend wigvormige patroon en het feit dat het vaak voorkomt in de c-golf van een a-b-c correctie golf, is de kans op een toekomstige trendomkering erg hoog.

In de onderstaande afbeelding hoeft de verlengde lijn van (1) tot (5) punt (A) niet te raken, maar dit komt wel vaak voor.

​

Een wigvormig patroon bestaat niet altijd uit 5 subgolven; het kan ook uit 3 of 7 subgolven bestaan. Neem dus de tijd om het zorgvuldig te observeren.

Hieronder ziet u een voorbeeld van een langetermijn maandelijkse grafiek van de Nikkei-index in Japan, die we eerder hebben laten zien. Dit is een voorbeeld van een correctie golf met een stijgende richting a-b-c, waarbij de c-golf bestaat uit meerdere subgolven. In de onderstaande grafiek lijkt het achterste gedeelte meer op een parallel kanaalpatroon dan op een wigvormig patroon. Zelfs bij een parallel kanaalpatroon is in dergelijke gevallen de kans op een toekomstige dalende trendomkering groter.

Hieronder ziet u de langetermijntrend van de dollarindex (DXY) van de afgelopen decennia, weergegeven als een maandelijkse candlestick-grafiek en een grafiek van de maandelijkse slotkoersen. Omdat de dollarindex voornamelijk de relatieve waarde van de dollar ten opzichte van de euro weergeeft (de euro heeft het grootste gewicht in de index), is het verschil tussen de candlestick-grafiek en de lijngrafiek klein.

Op het eerste gezicht is de grafiek misschien niet zo opvallend. Maar als we een paar eenvoudige trendlijnen toevoegen, verandert het beeld.

​

Hieronder ziet u de grafiek met de maandelijkse slotkoersen, waaraan eenvoudige bovenste en onderste trendlijnen zijn toegevoegd. Het ziet er anders uit, nietwaar? Als we naar dit grote patroon kijken, denk ik dat veel mensen in het midden van de jaren 2010 al verwachtten dat de koers door de bovenste trendlijn zou breken.

Aangezien de dollarindex voornamelijk wordt beïnvloed door de waarde van de dollar ten opzichte van de euro, en gezien het convergerende driehoekspatroon van de EUR/USD wisselkoers zoals beschreven in het vorige artikel, was het moeilijk om te verwachten dat de EUR/USD koers zou dalen.

​

Het lijkt erop dat de koers inderdaad die kant op gaat en dat het vuur al brandt. De belangrijkste vraag is echter hoe lang het vuur zal blijven branden: een paar maanden, of misschien 1 à 2 jaar.